ππ₯π Issue #171 - Wanneer GenZ het script schrijft
"Hey girliepops! Welkom bij de reda van OB." Een wat oudere dame in een blauwe gewatteerde bodywarmer glimlacht naar de camera en nodigt de kijkers uit om een kijkje te nemen op de redactie van Omroep Brabant. Terwijl ze door de deur loopt, roept ze opgewekt: "Hier slayen wij iedere dag!" Even later, terwijl ze haar neus poedert, kijkt ze in de spiegel en zegt met een knipoog: "Even snel een fit check. Very demure." Welkom in de wondere wereld van TikTok, waar de trend "Wanneer de Gen Z medewerker het script schrijft" momenteel miljoenen views oplevert. Het recept? Laat boomers Gen Z-taal gebruiken. Het resultaat? Pure comedy gold.
Deze trend is meer dan alleen een grappige meme. Het legt een fascinerende taalontwikkeling bloot die parallellen vertoont met wat we decennia geleden al zagen. In 1986 schreef Jan Kuitenbrouwer Turbotaal, een boek over het jargon van yuppies en BN'ers. "Hartstikke leuk" en "Te gek" waren toen wat "slay" en "it slaps" nu zijn. Beide zijn voorbeelden van hoe jongeren taal gebruiken om zich te onderscheiden.
Maar waar Turbotaal maanden of jaren nodig had om door te dringen tot het publieke domein, kan een nieuwe Gen Z-uitdrukking binnen dagen viraal gaan op TikTok. "Delulu", "sigma" en "pookie" βhet zijn termen die zo snel opkomen en verdwijnen dat zelfs de meest toegewijde taalwetenschapper moeite heeft om bij te blijven.
De snelheid waarmee deze woorden in en uit de mode raken, is opvallend. Net zoals we ooit woorden als "vet" en "cool" omarmden, kunnen veel van deze termen even snel weer verdwijnen als ze gekomen zijn. Of, zoals met sommige turbotaal-termen gebeurde, zullen een paar van deze woorden uiteindelijk blijven hangen en in ons dagelijks taalgebruik verankerd raken. Zo zal het niet verbazen als we over tien jaar nog steeds "rizz" zeggen om iemand met charisma te beschrijven, terwijl termen als "skibidi" ergens in de vergetelheid zijn geraakt.
Kuitenbrouwer beschreef hoe elitegroepen taal gebruiken als sociaal onderscheidingsmiddel. Gen Z doet hetzelfde, maar dan online. Gen Z's lexicon is een mix van internetslang, Engelse leenwoorden en emoji's. Hun taal is een digitaal visitekaartje, een manier om te zeggen: "Wij snappen het, jullie niet." Het is "inverted snobism" 2.0, doorspekt met humor en zelfspot.
Maar zoals bij eerdere taaltrends, zal het merendeel van deze woorden waarschijnlijk weer verdwijnen. Wat vandaag lit is, is morgen cheugy. Toch schuilt er achter de snelheid waarmee deze woorden komen en gaan een dieper maatschappelijk fenomeen. In het digitale tijdperk is taal niet alleen vluchtiger geworden, maar ook onze hele manier van communiceren en het vormen van identiteit heeft een andere dimensie gekregen. Waar taal vroeger een meer geleidelijke evolutie kende, versnelt de digitalisering deze dynamiek tot een punt waarop woorden, trends en zelfs culturele uitingen razendsnel opkomen en weer verdwijnen.
Het is deze vluchtigheid die ervoor zorgt dat Gen Z slang niet alleen een vorm van vermaak is, maar ook een symbool van de versnippering van onze cultuur, van een cultuur waarin alles tijdelijk is. Taal is niet langer alleen een communicatiemiddel; het is een manier om snel te schakelen tussen online gemeenschappen, culturen en identiteiten. Dit schept kansen voor zelfexpressie, maar leidt ook tot een versnipperde collectieve identiteit, waarbij woorden soms hun betekenis voordat ze ΓΌberhaupt goed begrepen zijn.
De vraag is dus niet welke woorden blijven hangen, maar wat we verliezen als taal steeds meer draait om snelheid en hype. Want in een wereld waar niets langer blijft dan een trending hashtag, kan zelfs onze communicatie een wegwerpproduct worden.